Rechtvaardigheidsgevoel
Een groot gevoel van rechtvaardigheid – het klinkt als iets uitermate positiefs – en in de basis is het dat natuurlijk ook. Je kind kijkt naar de wereld en ziet dat de wereld niet zo eerlijk is, zowel dichtbij hem in de buurt als verder weg.
Op de televisie komen er regelmatig zaken voorbij, waarbij onze zoon zich niet kan voorstellen dat mensen hiertoe in staat zijn: de vluchtelingenkinderen die van hun ouders gescheiden werden in Amerika maakten hem zo boos dat het hem tot woede dreef – een verhaal over iemand die een idee van iemand anders had gestolen, waardoor deze persoon rijk was geworden en de ander berooid achter bleef roerde hem letterlijk tot tranen. Zulke verhalen kunnen dus tot emotie en frustratie leiden, die volgens veel mensen buiten proporties is.
Maar ook dichterbij is het lastig. Hoewel onze zoon zelf regelmatig is gepest vanwege zijn anders zijn, kan hij er niet tegen als anderen gepest worden. Indien dit gebeurt, kan hij zich dit zó aantrekken dat hij er letterlijk tussen springt. Op dat moment schiet hij uit zijn Window of Tolerance en gaat hij het gevecht aan – om het even wie er voor hem staat. Vaak is de persoon waarom het gaat alweer gevlogen en lekker verder gaan spelen. Hij wordt dan gezien als de vechtersbaas en naar het klaslokaal gesleurd om straf te krijgen.
Ook het nakomen van beloftes en afspraken kan door deze kinderen als onrechtvaardig ervaren worden. Soms is dit lastig – dingen gaan nu eenmaal soms ineens anders dan verwacht waardoor je het plan om moet gooien. Besef je dus hoe dit ervaren wordt bij een kind en neem je kind mee in je beweegredenen om het ineens anders te doen.
Je ziet dat het emotioneel en praktisch dus niet altijd even makkelijk is voor kinderen – maar het is zonde om deze mooie eigenschap te verstoppen! Help een kind dus om hier op een goede manier mee om te gaan. Je kunt dit doen door samen projecten te gaan starten waarmee ze de invloed uit kunnen oefenen op het probleem en hen te leren dat één kind het verschil kan maken, omdat hij anderen aanzet tot nadenken. Op kleinere schaal (het pesten en de ruzies) kun je hen bewust maken van hun eigen rol binnen het proces en hen te leren hoe ze hiermee om kunnen gaan op een positieve manier – zonder dat ze zelf in de problemen komen.